Crisis in de kunst!?
Kunst van maniëristen, katholieken en protestanten 1520-1600
Rond 1530 zijn alle kunstliefhebbers het in Italië met elkaar eens: de schilderkunst heeft haar hoogtepunt bereikt. Voor Leonardo, Michelangelo en Rafaël lijkt geen onderwerp te moeilijk. Maar als De Grote Drie al het mogelijke hebben bereikt, wat wordt dan nog verwacht van de kunstenaars die na hen komen?
Schilders als Pontormo, Parmigianino en Bronzino nemen de handschoen op en komen met verrassende, artistieke oplossingen voor wat Ernst Gombrich in zijn The Story of Art ‘a crisis of art’ noemt. Met hun werk wordt een nieuwe stijl geboren: het maniërisme.
Maar hoe ziet dat maniërisme eruit? En blijft die stijl tot Italië beperkt? Zeker niet. Kunstenaars als de Nederlandse Jan Gossart trekken de Alpen over, bestuderen ter plekke het werk van de grote meesters, maken de Italiaanse vormentaal in het noorden bekend en verwerken die tot eigen schilderstijlen, zoals het Antwerpse maniërisme. Echter doemt ook in het noorden een crisis op. Tijdens de Reformatie wordt religieuze kunst ter discussie gesteld, vaak afgewezen en verliest de kerk haar rol als voornaamste opdrachtgever. Hoe komen schilders als Pieter Bruegel de Oudere deze klap te boven?
Deze cursus is een herhaling van deel 5 van de leergang Kunstgeschiedenis in Utrecht in 2020. De cursus maakt onderdeel uit van de achtdelige leergang ‘Kunstgeschiedenis’.
Bijeenkomst 1 – 4 februari
Maniërisme in het Zuiden 1 (Italië).
Een nieuw schoonheidsideaal. Het maniërisme ontstaat in Italië en wordt omschreven als een ‘gekunstelde’ stijl, waarin complexiteit en virtuositeit de boventoon voeren ten koste van naturalisme. Veel maniëristen nemen het latere werk van Michelangelo en Rafaël als uitgangspunt en vervormen de menselijke figuur, vlakken de ruimte af en geven afbeeldingen een gecultiveerde intellectuele verfijning. Dat leidt tot een nieuw ‘schoonheidsideaal’ en soms wonderlijke voorstellingen.
Bijeenkomst 2 – 11 februari
Maniërisme in het Zuiden 2 (Italië).
Bronzino en tijdgenoten. Bronzino (1503-1572) is de belangrijkste maniëristische kunstenaar in Florence en hofschilder van Cosimo I de’ Medici, groothertog van Toscane. De ‘maniera’ die Bronzino en zijn tijdgenoten ontwikkelen in hun schilderkunst, wordt gekenmerkt door een intellectuele complexiteit die zich uit in mythologische verwijzingen en ingewikkelde allegorieën die in zwang zijn bij de Florentijnse elite.
Bijeenkomst 3 – 18 februari
El Greco, een verhaal apart.
De van oorsprong Griekse ikonenschilder El Greco (1541-1614), die jarenlang in Venetië en Rome werkt, vestigt zich uiteindelijk in Spanje, waar hij intense, religieuze voorstellingen maakt in een unieke stijl. Een enthousiaste groep negentiende-eeuwse verzamelaars, critici en kunstenaars redt hem uit de vergetelheid: zij bewonderen hem als een proto-moderne schilder, in wiens kunst zij een afwijzing van de materialistische cultuur van het moderne leven zien.
Bijeenkomst 4 – 4 maart
Kunst tijdens en na de reformatie
Tijdens de Reformatie wordt religieuze kunst ter discussie gesteld, vaak afgewezen en verliest de kerk haar rol als voornaamste opdrachtgever. Noodgedwongen ontwikkelen kunstenaars een nieuw repertoire aan onderwerpen, of passen traditionele onderwerpen aan, die aanvaardbaar zijn voor protestantse opdrachtgevers. Dat leidt tot verrassende vondsten.
Bijeenkomst 5 – 11 maart
Noorderlingen in Rome
In de zestiende eeuw nemen noordelijke kunstenaars de kosten, gevaren en moeite van het reizen over de Alpen voor lief om met hun eigen ogen te gaan kijken naar de grootse artistieke prestaties die naar verluidt plaatsvinden in Rome. De kennis die zij tijdens hun studiereis opdoen, verwerken zij vervolgens in hun eigen werk en in voorbeeldenboeken, die in het thuisland ten Noorden van de Alpen grote invloed krijgen en tot nieuwe stijlen en artistieke opvattingen leiden.
Bijeenkomst 6 – 25 maart
Maniërisme in het Noorden. De Antwerpse school
Ten noorden van de Alpen ontwikkelt zich, nog eerder dan in Italië , een specifiek maniërisme dat met name in de bloeiende internationale havenstad Antwerpen voorkomt en zich ook verspreidt naar Frankrijk en Duitsland. Daar is Lucas Cranach de Oude een belangrijke vertegenwoordiger van deze stijl, met zijn schilderijen van sensuele vrouwen in weelderige kleurrijke kleding en uitbundige juwelen.
Bijeenkomst 7 – 1 april
Pieter Bruegel de Oudere
De grootste en veelzijdige Nederlandse schilder van de zestiende eeuw maakt naam met zijn landschappen, levendige en vaak geestige boerenbruiloften en de nieuwe, ingenieuze manier waarop hij moraliserende onderwerpen op herkenbare wijze vertaalt. Zo wordt zijn schilderij met Nederlandse spreekwoorden, uitgebeeld door de bewoners van een Vlaams dorp, één van zijn populairste voorstellingen, waarvan tenminste zestien kopieën bekend zijn.
- Lucas Cranach der Ältere, Das ungleiche Paar (Der verliebte Alte), Wittenberg ca. 1530
|
Op voorraad
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|