De fascinerende wereld van de rechtsgeschiedenis
Stap in de boeiende wereld van de rechtsgeschiedenis, waar de eeuwenoude wortels van ons moderne rechtssysteem worden onthuld. Tijdens deze colleges worden verschillende aspecten van de (rechts)historische wereld verkend en ondersteund door authentieke bronnen.
Het Romeinse Recht is de ruggengraat van het Europees Recht en fungeert als de gemeenschappelijke basis van het continentaal-Europese recht. Het heeft diepe sporen nagelaten in ons huidige rechtssysteem.
Tijdens de klassieke periode (100 v. Chr. – 250 n. Chr.) bloeide het Romeinse recht op en werden de fundamenten gelegd voor onze moderne wetgeving. Onder andere komt aan bod de bijzondere rol van de praetor, het ontstaan van de Romeinse rechtswetenschap en de uitleg van verschillende private delicten. Speciale aandacht gaat uit naar de Lex Aquilia (± 286 v. Chr.) voor een beter inzicht in de vormen van aansprakelijkheid. Ook wordt de juridische landschappen van het Principaat (27 v. Chr. – 284 n. Chr.) en het Dominaat (284 n. Chr. – 476 n. Chr.) verder verkend.
Een hoogtepunt in deze reis door de Oudheid is de monumentale wetgeving van keizer Justinianus (528-534) die tot op de dag van vandaag van groot belang is. De reis door de tijd wordt vervolgd via de Middeleeuwen, de periode van het Humanisme en van de Codificatie.
Bijeenkomst 1 – 7 maart
Romeins Recht: klassiek Romeins recht, 100 v.Chr-250 n.Chr.
Rechtsbronnen in het Romeinse recht: wetten (leges), plebiscita, besluiten van de senaat (Senatus Consulta). Rechtsvorming door de praetor; ius civile, ius gentium, ius honorarium, juristenrecht. Ontstaan van de Romeinse rechtswetenschap. Contract en delict; private delicten (damnum iniuria furtum, iniuria), Lex Aquilia ± 286 v. Chr. Vormen van aansprakelijkheid.
Bijeenkomst 2 – 14 maart
Romeins Recht: Keizer en rechtsvorming. Cognitio extra ordinem, de nieuwe keizerlijke procesvorm
Periode: Romeins recht tijdens het Principaat (27 v.Chr. – 284 n. Chr.) en het Dominaat (284 n. Chr.- 476 n. Chr.). De wetgeving van Justinianus (528-534).
Bijeenkomst 3 – 21 maart
Middeleeuwen: Middeleeuwen en Canoniek recht
Periode: Middeleeuwen (476 n.Chr. – 1500 n.Chr.)
Continuïteitsproblemen van het Romeinse recht in West-Europa; middeleeuwse rechtsscholen: Glossatoren, School van Orléans, Commentatoren. Methode van middeleeuwse wetenschap ‘tekst, logica en gezag’.
Bijeenkomst 4 – 28 maart
Middeleeuwen: Ontwikkeling van canoniek recht
Concurrentie tussen keizer en paus als oorzaak voor het ontstaan van gezaghebbende canoniekrechtelijke teksten. Oorzaken van de receptie van het Romeinse recht. Centrum van de rechtswetenschap in Italië.
Bijeenkomst 5 – 4 april
Humanisme: periode: 1453-1650
Samenhang rechtswetenschap en politieke geschiedenis (val van Byzantium 1453 en val van Granada 1492). Oorzaken van het juridisch humanisme; onderscheid antiquarische en systematische richting
Bijeenkomst 6 – 11 april
Humanisme en Natuurrecht Periode: 1600-1800
Herontdekking van de ratio als leidend wetenschappelijk beginsel; verdergaande systematisering in de rechtswetenschap; van egalitaire ‘republiek der letteren’ naar een gemeenschap van mondige burgers; bronnen van geldend recht; Franse revolutie (1789).
Bijeenkomst 7 – 25 april
Codificatie
Kort overzicht codificatiegeschiedenis en geschiedenis rechterlijke organisatie in West-Europa. Invloed rechtswetenschap op codificatie.
Bijeenkomst 8 – 9 mei
Codificatie
Invloed Institutensysteem op codificatie. Codificatie van de leerstukken betreffende onrechtmatige daad.
-
Antoon Claeissens (1536-1613, Brugge), Justitia overwint de zeven hoofdzonden, zestiende eeuw.
|
Beschikbaar
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|
||||
|