Geschiedenis van de klassieke muziek
In deel II van deze leergang komen de vocale meerstemmigheid én de ontwikkeling van de instrumentale muziek van de renaissance en de barok aan de orde, alsook de ‘uitloper’ naar de ‘elegante’ periode van de rococo. Het waren vooral Nederlandse, Vlaamse en Franse componisten die de Europese muziek tot in de zestiende eeuw bepaalden: Jacob Obrecht, Heinrich Isaac, Nicolas Gombert, Jacobus Clemens non Papa, Adriaen Willaert. Echter, de belangrijkste was Josquin des Prez, omdat hij virtuoze beheersing van het materiaal op geniale wijze voor de luisteraar wist te verhullen. De schitterende muziek van componisten uit de renaissance vormt in al haar aspecten een prachtige ‘opmaat’ naar de ontwikkeling van zowel de vocale als de instrumentale muziek van de barok, met als hoogtepunt en synthese het leven en werk van componisten als Georg Friedrich Händel en Johann Sebastian Bach. Daarna wordt het bijzonder interessant om te zien en te horen hoe de klassieke muziek de overgang maakt naar het tijdperk van verlichting en galanterie, de rococo, als voorbereiding op de prae-romantiek en het classicisme. Op effectieve wijze – met beeld- en geluidsfragmenten – worden teksten en muziek gepresenteerd en geïllustreerd, met als eindresultaat een uitermate representatief overzicht en inzicht in de belangrijkste componisten en hun werken.
Deze cursus is het tweede deel van de leergang ‘Geschiedenis van de klassieke muziek’ maar kan ook goed los gevolgd worden.
|
Beschikbaar
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|