Het toppunt bereikt
Kunst van de hoge renaissance in Italië, Duitsland en de Nederlanden (16de eeuw).
Het is hoogrenaissance in Italië. Kunstenaars bouwen voort op de fundamenten die in de vroege renaissance zijn gelegd. De belangstelling voor de klassieke oudheid werkt onverminderd door, net als de ontwikkeling van het wetenschappelijk perspectief, het zoeken naar de ideale compositie en het streven naar de perfecte weergave van de menselijke anatomie. Niet één stijl overheerst. Regionale verschillen doen zich gelden in Florence, Rome en Venetië, de toonaangevende culturele centra in het zuiden. Wel is er één constante: de verbazingwekkend hoge kwaliteit in techniek en artisticiteit.
Leonardo da Vinci, Michelangelo en Raphael bereiken de status van internationale supersterren. Zij belichamen de veelzijdig ontwikkelde renaissancemens. Met hen lijkt het toppunt van de Westerse kunstgeschiedenis bereikt. Wie kan de Grote Drie nog overtreffen?
Ondertussen zitten kunstenaars in Noord-Europa ook niet stil. Vanuit Nürnberg breekt Albrecht Dürer als eerste internationaal door met een nieuw en winstgevend medium: prenten. Hierin verspreidt hij de verworvenheden van de renaissance ten noorden van de Alpen. Los daarvan vaart Jeroen Bosch, met zijn fantastische en verontrustende details, op bijzonder originele en macabere wijze een eigen koers. Daarbij schildert hij soms letterlijke vertalingen van metaforen uit de Bijbel. Wat zijn de artistieke doelstellingen van kunstenaars in deze periode? En hoe komen die tot uiting in de kunst?
Deze cursus is een herhaling van deel 4, najaar 2019. Deze cursus is deel 4 van de 8-delige leergang Kunstgeschiedenis.
Bijeenkomst 1 – 8 oktober
Renaissance: attitude en mythe. Dit introductie college gaat over de betekenis van het begrip ‘renaissance’, wat dat voor kunstenaars en tijdgenoten in de vijftiende en zestiende eeuw betekent en welke gevolgen de ‘renaissance’ heeft voor hun artistieke doelstellingen en werk.
Bijeenkomst 2 – 15 oktober
Leonardo da Vinci, de man die alles wilde weten. Een tomeloze nieuwsgierigheid drijft schilder, beeldhouwer, architect, ontwerper, theoreticus, ingenieur en onderzoeker Leonardo da Vinci, die de beroemdste kunstwerken van de westerse kunstgeschiedenis maakt. Veel blijft onvoltooid en nog minder bewaard, maar waarom geldt hij nog steeds als een universeel genie?
Bijeenkomst 3 – 22 oktober
Michelangelo, de goddelijke. Michelangelo Buonarroti schildert personen in de meest ingewikkelde lichaamshoudingen op paneel, wanden en gewelven en brengt als geen ander voor hem, marmer tot leven in zijn monumentale beelden. Hoe doet hij tijdgenoten verzuchten dat hij het genie is dat als enige kunstenaar de Oudheid overtreft?
Bijeenkomst 4 – 5 november
Titiaan, de kleurrijke. Titiaan is de grootste schilder van het zestiende-eeuwse Venetië en de eerste schilder met een voornamelijk internationale klantenkring. Hij experimenteert, vernieuwt en werkt in verschillende stijlen tijdens zijn lange carrière waarin hij zeer productief is. Iedereen wil een schilderij van Titiaan. Wat maakt hem zo speciaal?
Bijeenkomst 5 – 12 november
Albrecht Dürer, door God geïnspireerd. Deze archetypische, succesvolle noordelijke renaissancekunstenaar beschikt over unieke observatievaardigheden en een uitmuntende schilder- en tekentechniek. Na zijn Italië reis verwerkt hij de daar opgedane kennis in zijn werk. Hoe bereikt hij aan de hand van zijn prenten en traktaten een internationaal publiek en duwt hij, naar verluidt, in zijn eentje Duitsland de renaissance in?
Bijeenkomst 6 – 19 november
Jheronimus Bosch, een mysterie? Jheronimus ‘Jeroen’ Bosch staat bekend om de fantastische, monsterlijke en ronduit angstaanjagende details op zijn schilderijen. Zijn originele beeldtaal wijkt af van wat zijn tijdgenoten doen. Maar zijn thema’s zijn universeel en zijn symbolen een soms letterlijke vertaling van metaforen uit de Bijbel. Wat maakt hem dan tot een mysterie?
Leergang: De cursus ‘Het toppunt bereikt’ is het vierde deel van de leergang kunstgeschiedenis ‘Het verhaal van de kunst’. Deze leergang geeft een inleiding in de geschiedenis van de kunst en architectuur van het Westen, vanaf de prehistorie tot heden. Het accent ligt op de geschiedenis van de schilderkunst. Ook wordt aandacht besteed aan de middelen die sinds lang in de kunstgeschiedenis worden gebruikt om tot een zekere ordening en een overzicht te komen, zoals verschillende perioden en stijlkenmerken. Individuele kunstenaars en de door hen toegepaste technieken krijgen, voor zover zij vernieuwend en baanbrekend zijn geweest, specifieke aandacht. Tenslotte worden bepaalde onderwerpen uitgelicht om een beter begrip te krijgen van de context waarbinnen kunstwerken zijn ontstaan.
|
Beschikbaar
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|