- Tekening van Ludwig Wittgenstein door Christiaan Tonnis (1985)
De hedendaagse filosofie dankt haar aanzien in belangrijke mate aan de inspirerende ideeën van de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein (1889-1951). Wat deze markante en excentrieke denker bovenal kenmerkt is de belangstelling voor de betekenis van de taal voor onze opvattingen over de werkelijkheid. In zijn eigen woorden: “De filosofie is een strijd tegen de beheksing van ons verstand door de middelen van onze taal”. Daarmee is hij een van de voornaamste representanten van de zogenaamde ‘linguistic turn’, de talige wending, die zo typerend is voor de wijsbegeerte van de twintigste eeuw.
Er bestaat een duidelijk verschil tussen de ‘vroege’ en de ‘late’ Wittgenstein. Het is dan ook gebruikelijk in zijn wijsgerige ontwikkeling twee perioden van elkaar te onderscheiden. De Tractatus logico-philosophicus is het originele hoofdwerk van de jonge Wittgenstein, het enige boek ook dat tijdens zijn leven (in 1922) werd gepubliceerd. Gedurende de jaren ‘30 en ‘40 vond een heroriëntatie plaats, die culmineerde in de fragmentarische Filosofische onderzoekingen, ook wel Wittgensteins tweede hoofdwerk genoemd, dat postuum verscheen.
Deze cursus beoogt een kennismaking met de belangrijkste opvattingen van zowel ‘Wittgenstein I’ als ‘Wittgenstein II’. Tevens zullen Wittgensteins fascinerende levensgeschiedenis en persoonlijkheid, die zijn iconische status mede hebben bepaald, aan bod komen.