Met het oog op Nederlands erfgoed
Betekenis en waardering van architectuur, stedenbouw en landschap 1800-heden
Nederland telde aan het begin van de negentiende eeuw twee miljoen inwoners en was een ‘leeg’ land. Tegenwoordig wonen er bijna achttien miljoen mensen. Nederland is verstedelijkt, dicht bebouwd en volledig ingericht. Alles is bedacht en vormgegeven, op initiatief van particulieren, overheid en markt, door architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten. Deze cursus biedt inzicht in de geschiedenis van architectuur en stedenbouw van het moderne Nederland. Aan de orde komen gebouwen en ruimtelijke ontwikkelingen in landschap en steden, van industriegebouwen en infrastructurele werken tot overheidsarchitectuur, kerkbouw en herenhuizen, van wandelparken en villawijken tot volkshuisvesting en tuinsteden, van wederopbouwarchitectuur tot bloemkoolwijken en de inrichting van nieuw land. De invalshoek is vooral cultuurhistorisch: welke waarden lagen aan de ontwerpen ten grondslag, welke betekenissen bepaalden hun vorm? De transformatie van Nederland voedde ook de wens tot behoud van sporen uit het verleden. De wettelijke bescherming van monumenten, maar ook de steeds nadrukkelijker gevoelde behoefte om erfgoed een rol te laten spelen in de eigentijdse leefomgeving is verbonden met de geschiedenis van moderne architectuur en ruimtelijke ontwikkeling. De omgang met ruimtelijk erfgoed vanaf de late negentiende eeuw kent een grote dynamiek, omdat ze steeds afhankelijk is van waarden die er aan worden toegekend. De cursus zet aan tot reflecteren op erfgoed en eigen omgeving
Deze cursus is het derde deel van de driedelige leergang ‘Erfgoed perspectieven op architectuur en stedenbouw in Nederland: Van middeleeuwen tot heden’ maar kan ook goed los gevolgd worden.
Bijeenkomst 1 – 22 september
Ruimtelijk erfgoed van een jong koninkrijk 1800-1850
Bijeenkomst 2 – 29 september
Architectuur en stedenbouw 1850-1900: betekenis en waarderingsgeschiedenis
Bijeenkomst 3 – 6 oktober
Ontdekking van natuur en platteland: over wandelparken, villawijken en tuindorpen 1880-1930
Bijeenkomst 4 – 13 oktober
Bouwen aan een goede samenleving: modernisme en traditionalisme 1917-1940
Bijeenkomst 5 – 20 oktober
Wederopbouwperiode: toekomstperspectieven en de betekenis van het verleden 1940-1965
Bijeenkomst 6 – 31 oktober
Toonbeelden van welvaart en experimenteerlust: weerstand en waardering 1965-1980
Bijeenkomst 7 – 3 november
Postmodernisme: pluriforme waarden van architectuur en erfgoed 1980-2000
Bijeenkomst 8 – 10 november
Wat betekent ‘goede omgevingskwaliteit’ in de 21e eeuw?
|
Beschikbaar
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|