Bijeenkomst 1 – deel 1
Volgens Spinoza is God niet een schepper die de wereld van buitenaf bestuurt: God is immanent aan de natuur. Alles wat bestaat, is een deel van het goddelijke, en er is geen bovennatuurlijke kracht buiten de natuur die ingrijpt in de gebeurtenissen van de wereld. Dit immanentisme leidt tot een vernieuwend wereldbeeld waarin er geen scheiding is tussen de spirituele en de materiële wereld.
Bijeenkomst 1 – deel 2
Volgens Spinoza is de mens geen op zichzelf bestaand, onafhankelijk wezen: de mens is een eindige – volkomen gedetermineerde – uitdrukking van de eeuwige natuur. Spinoza verwerpt het idee van een vrije wil: alles, inclusief menselijke gedachten en handelingen, wordt noodzakelijkerwijs bepaald door de wetten van de natuur. Voor Spinoza bestaat vrijheid bijgevolg niet in het kunnen kiezen tussen verschillende opties, maar in het begrijpen van de noodzakelijkheid van de natuur en het handelen in overeenstemming met die kennis.
Bijeenkomst 2 – deel 1
Volgens Spinoza bevat de Bijbel noch bovennatuurlijke, noch wetenschappelijke waarheden: het biedt de lezer hoofdzakelijk een training in ‘gehoorzaamheid’ bedoeld om vreedzaam samenleven onder mensen te bevorderen. Spinoza (paradoxaal genoeg) pleit voor een non-conflictueuze benadering van religie, waarbij de nadruk ligt op vrijheid van denken en werken van naastenliefde, eerder dan op dogma of wonderen.
Bijeenkomst 2 – deel 2
Spinoza waarschuwde voor de gevaren van utopisch denken in de politiek: bestuur dient gebaseerd te zijn op de realiteit van de menselijke natuur. Spinoza benadrukt de dialogische interactie en machtsverhouding tussen bestuurders en bestuurden: het welslagen van een sociaal contract vereist niet alleen dwang van bovenaf, maar voornamelijk ook instemming met het beleid van onderuit. Spinoza schuift de democratische staatsorde naar voor als de beste en meest natuurlijke manier om stabiliteit en vrijheid te waarborgen.