Vanuit de grotten naar Byzantium
Deel 1 van een meerjarige reeks kunstgeschiedenis
De prehistorische grotschilderingen van Lascaux roepen net als de Sixtijnse kapel van Michelangelo diepe bewondering op. Maar het ene kunstwerk is het andere niet. Waarom niet?
De doelstellingen van kunstenaars veranderen voortdurend. Dit blijkt uit de westerse kunstgeschiedenis. Want waarom schilderen onze prehistorische voorouders voornamelijk realistische dieren en doen Egyptenaren de werkelijkheid bewust te kort? Waarom vertalen Grieken de sterk geïdealiseerde lichamen van door hen bewonderde atleten in brons en steen? En waarom maken Romeinen hiervan talloze kopieën? Waarom maken de vroege christenen de kunst van de Grieken en Romeinen ondergeschikt aan de boodschap die zij verkondigen?
Om de veranderende artistieke doelstellingen van kunstenaars duidelijk te maken, plaatst Kathleen Nieuwenhuisen karakteristieke kunstwerken in hun historische context. In deel 1 van deze leergang begint zij bij het moment waarop onze prehistorische voorouders de eerste afbeeldingen maken. Van daaruit ontwikkelt de westerse kunst zich tot uiteenlopende culturen en stijlen, maar hoe verloopt dit fascinerende proces? En wat is daarbij de rol van de kunstenaar?
Deze cursus is een inleiding in de westerse kunstgeschiedenis zoals Ernst Gombrich die schetst in zijn onvolprezen The Story of Art. Het accent ligt op schilderkunst, maar ook beeldhouwkunst, gebouwen en kunsthistorische ordeningsprincipes als perioden, stijlkenmerken, kunstenaars en technieken komen aan bod.
Deze cursus is het eerste deel van de leergang ‘Kunstgeschiedenis’.
Bijeenkomst 1 – 7 oktober
Een magisch begin. Tienduizenden jaren voordat het schrift zich ontwikkelt, maken onze prehistorische voorouders de eerste figuratieve afbeeldingen en ontdekken daarmee een krachtig communicatiemiddel.
Bijeenkomst 2 – 14 oktober
Van grotesk naar realisme? Deel 1. Rotsschilderingen en prehistorische venusfiguren met grotesk uitvergrote geslachtskenmerken verdwijnen langzamerhand uit beeld en zijn onbekend in de Egyptische cultuur, waarbinnen andere eisen aan kunstenaars worden gesteld.
Bijeenkomst 3 – 4 november
Van grotesk naar realisme? Deel 2. De statische beelden van farao’s en hun op de hemel gerichte piramides verwijzen naar het uitgangspunt van het Egyptisch religieuze denken: de eeuwigheid.
Bijeenkomst 4 – 11 november
Griekse kunst. De oude Grieken blazen de statische Egyptische schema’s leven in en werken steeds menselijker wordende beelden van hun goden uit, waarmee zij in hun vernuftig gebouwde tempels kunnen communiceren.
Bijeenkomst 5 – 18 november
De verovering van de wereld. De Helleense en Romeinse kunst verspreidt zich over de hele mediterrane wereld en laat daar sporen en langdurige invloeden na.
Bijeenkomst 6 – 25 november
Naar een christelijk keizerrijk. De vroegchristelijke kunst ontwikkelt zich vanuit de Griekse en Romeinse traditie tot een stijl met een geheel eigen beeldtaal, die we tot in de verste uithoeken van het Romeinse rijk, van Syrië tot Londen, terugvinden.
Bijeenkomst 7 – 2 december
Een Hemels Koninkrijk op aarde. De sacrale Byzantijnse kunst is een afspiegeling van het eeuwige Hemelse Rijk op aarde, waardoor stervelingen in contact kunnen treden met een hogere werkelijkheid.
|
Beschikbaar
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|