Wereld van het ‘kleine leven’
Organismen in de ons omringende microwereld
De hedendaagse mens heeft een goed besef van zowel grote als kleine zichtbare organismen om zich heen. Het scala strekt zich uit van reusachtige sequoia’s (tot wel ca. 100 m hoog) in de VS en blauwe vinvissen (tot ca. 30 m lang) in de oceanen tot insecten van ca. 1 mm, zoals wandluizen. Hij heeft echter amper in de gaten, dat hij continu omringd wordt door ontelbaar veel voor onze ogen vaak onzichtbare micro-organismen. In deze cursus maakt u juist kennis met heel veel organismen in de micro-wereld om ons heen. Na deze cursus hoeft u zich dan ook nooit meer echt alleen te voelen.
Aanvankelijk gebruikte lakenhandelaar Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) een eenvoudige loep (vergroting: slechts 3x) om vezels van zijn handelswaar te controleren. Hij verbeterde niet alleen de loep, maar ontwierp al doende ook de eerste (enkelvoudige) microscopen, waarvan nog steeds vier originele exemplaren te zien zijn in Rijksmuseum Boerhaave in Leiden. Het vergrotend vermogen hiervan liep op tot 480x, terwijl dat vermogen bij de beste lichtmicroscopen tegenwoordig maximaal 2x hoger gaat. Vanaf 1673 ontsloot hij hiermee de totaal nieuwe wereld van het ‘kleine leven’. Hij ontdekte niet alleen ‘eencelligen met kern’, rode bloedcellen, spermatozoën en dwarsgestreepte spiercellen, maar ook bacteriën in tandplak en regenwater. Van Leeuwenhoek werd hiermee grondlegger van de microbiologie. Sindsdien zijn microscopen steeds beter geworden en leggen ze de grote microwereld alsmaar verder bloot. Deze cursus is niet alleen bedoeld als een kennismaking met de vele soorten organismen die deze microwereld rijk is, maar ook als een basis voor de tweede cursus, die vooral ingaat op talloos vele capaciteiten van deze micro-organismen en manieren waarop wij daar gebruik van weten te maken in het dagelijkse leven. grondlegger van de microbiologie. Sindsdien zijn microscopen sterk verbeterd en leggen ze de enorme microwereld alsmaar verder bloot. In deze cursus maakt u kennis met velerlei organismen in deze microwereld. In hoorcolleges worden systematisch deze micro-organismen gepresenteerd en hun plaats in de wereld van levende organismen. Vanaf de grootste micro-organismen, zoals algen en protozoa, dalen we via gisten en schimmels, bacteriën en virussen af naar de allerkleinste, de viroïden. Bij al deze micro-organismen gaan we in op hun biochemische structuur en manier van voortplanting. Ook belangrijke principes van stofwisseling, energieproductie en energiegebruik passeren kort de revue.
Deze cursus is het eerste deel van de tweedelige leergang ‘Wereld van het ‘kleine’ leven’, maar kan ook goed los gevolgd worden.
Bijeenkomst 1 – 25 oktober
Een inleiding die ingaat op diverse vormen van microscopie, grootte van de diverse soorten micro-organismen, celstructuren en belangrijkste sub-cellulaire organellen.
Bijeenkomst 2 – 1 november
De grootste micro-organismen, zijnde algen en protozoa, hun plaats in de ‘tree of life’, structuur van algen, essentiële aanwezigheid van chloroplast voor fotosynthese, eigenschappen van groene en niet-groene algen.
Bijeenkomst 3 – 8 november
Slijmzwammen, eigenschappen, structuren en grote diversiteit van kleur- en vormrijk voorkomen, plasmoïdale versus cellulaire slijmzwammen, de complexe levenscyclus van slijmzwammen met en zonder syngamie.
Bijeenkomst 4 – 15 november
Fungi, oftewel gisten en schimmels, eigenschappen, eetbaar versus toxisch, productie mycotoxines en antibiotica.
Bijeenkomst 5 – 22 november
Bacteriën, morfologie (kokken, staven en spirillen), soorten kokken en staven, afmetingen, bacteriële anatomie, cytoplasma, chromosoom en plasmiden.
Bijeenkomst 6 – 29 november
Virussen, viroïden en prionen (allerkleinste deeltjes op grens van leven).
|
Beschikbaar
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|