Diepduiken in de geschiedenis van onze taal…
Voor een nadere kennismaking met dr. Peter Alexander Kerkhof vroegen we hem iets te schrijven voor deze nieuwsbrief. Over zijn vakgebied, opleiding en passie.
Zijn vakgebied en de weg daar naartoe. “De combinatie van de historische taalkunde en de geschiedwetenschap lopen als een rode draad door mijn carrière; dit komt doordat de twee elkaar aanvullen. Wanneer je de puzzelstukjes van beide disciplines bij elkaar legt, wordt een uniek beeld geboden van het alledaagse leven van álle tijdgenoten, zowel de koningen, priesters als boeren. Wanneer je je alleen met de geschreven bronnen bezighoudt, krijg je vaak alleen zicht op de elites. Ik vind het juist veel interessanter om te leren over hoe ‘gewone’ mensen leefden; hoe ze spraken, en hoe ze toen hun wereld beleefden en uiting gaven aan hun identiteit.”
Dhr. Kerkhof is in 2006 in Leiden geschiedenis gaan studeren, maar is daarnaast in de loop van 2008 ook aan een studie vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap begonnen. Uiteindelijk promoveerde hij in 2018 in de vergelijkende Indo-Europese taalwetenschap op een onderwerp waar beide studierichtingen mooi bij elkaar kwamen; het cultuur- en taalcontact tussen de Franken en de Gallo-Romeinen in de zesde en zevende eeuw, en wat dit vertelt over zowel het Oudnederlands als het Oudfrans. In dit proefschrift kwamen veel vraagstukken over de Nederlandse etymologie aan bod, die zowel voor de Nederlandse als de Franse taalgeschiedenis van belang waren.
Zijn kennismaking met HOVO Utrecht.
Het is de eerste kennismaking van dhr. Kerkhof (“zeg maar Alex”) met het hoger onderwijs voor ouderen. Hij is door de organisatie gevraagd om deze cursus te geven en ziet dat als een mooie kans om nieuwe wetenschappelijke inzichten bij een geïnteresseerd publiek te brengen, een publiek dat misschien vanuit een oudere onderwijstraditie een ander verhaal over de geschiedenis van de Nederlandse taal heeft meegekregen. Dat senioren zich bezighouden met wetenschappelijke ‘zelfverrijking’ kan hij alleen maar aanmoedigen. De grote vraagstukken over de wereld om ons heen blijven namelijk aanspreken, of men nu 35 of 65 is, of nog ouder.
De komende cursus.
De titel van de cursus die Alex gaat geven is ‘Hoe klonk het Nederlands van duizend jaar geleden?’ Hij zegt hierover: “De Nederlandse taal heeft een lange geschiedenis. Vanaf ongeveer de zevende eeuw werd er in de Lage Landen een taal gesproken die herkenbaar is als de voorouder van ons eigen Nederlands. Over deze taal is in de wetenschap vrij veel bekend; de klanken, de grammatica, de woordenschat. Ook zijn er verrassend veel verschillende stukjes ‘Oudnederlands’ bewaard gebleven. Toch komt men nog vaak in schoolboeken of publieksboeken een ouder verhaal tegen, nl. dat het ‘Hebban olla vogala’-gedichtje het enige en oudste stukje Nederlands zou zijn. Met deze cursus wil ik weerwoord aan deze misvatting bieden en laten zien wat voor wonderbaarlijke kennis over het Oudnederlands beschikbaar is. We gaan de Oudnederlandse teksten lezen en zodoende vertrouwd raken met de kraamkamer van de Nederlandse cultuur en literatuur.”
Tenslotte. Om de stof van de cursus nog wat verder uit te diepen raad hij de cursisten aan om een keer een vertaling van het Oudengelse gedicht Beowulf of de Oudsaksische Heliand te lezen. Deze vroegmiddeleeuwse volkstalige dichtwerken geven een beeld van het soort literatuur dat in deze periode (700-1100) ook in de Lage Landen in zwang was. En tenslotte, ook een bezoek aan de Merovingische afdeling van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden of het Fries Museum in Leeuwarden raadt hij van harte aan!