‘Doe zo voort…’
Een stuk van Fred S. die zich gelukkig prijst dat HOVO voor Nijmegen behouden bleef…
Toen ik twaalf jaar geleden vanuit de omgeving van Brussel in Groesbeek ging wonen besefte ik goed dat ik op cultureel gebied zou moeten inleveren. Toch bood het nabijgelegen Nijmegen meer dan ik aanvankelijk gedacht had. De HOVO-cursussen aan de Radboud Universiteit waren voor mij beslist de belangrijkste ontdekking.
Met een ruim en gevarieerd aanbod waar ik uit mijn favoriete onderwerpen kon kiezen: geschiedenis, maatschappij, architectuur en natuur(wetenschappen). Zo werd het vermoedde zwarte (cursus)gat gevuld. Niet alleen het volgen van die cursussen was verrijkend, ook de ontmoetingen met medecursisten was een waar genoegen. Langzamerhand leerde ik een aantal mensen kennen waar je mooie gesprekken mee kon voeren. Ook de docenten gaven dit gevarieerd en ontwikkeld publiek graag les. Geen verslaving aan mobieltjes bij deze leerlingen!
De coronatijd leek een cesuur te worden. Allereerst lag alles plat. Maar ingrijpender was het besluit van de Radboud, om redenen die zij alleen kent, de stekker uit hún HOVO te trekken. Een groot publiek, begerig naar kennis, bleef verweesd achter. En zo maakte het College van Bestuur een einde aan de band die ik met de universiteit voelde. Met een aantal cursisten die zich hierbij niet wensten neer te leggen, besloten wij een lopende leergang zelf voort te zetten. Ook onderzochten wij of er in de ‘oudste stad van Nederland’ toch een mogelijkheid bestond om cursussen van dit niveau verder te organiseren.
Wat een meevaller dat de HOVO’s van Brabant (Tilburg) en Utrecht bereid bleken om het ontstane gat op te vullen. En zo worden wij sinds najaar 2021 in het Sanadome weer ‘beziggehouden’. Ik prijs mij werkelijk gelukkig dat HOVO zo voor Nijmegen behouden bleef.
Wel jammer dat ik vele cursisten na de onderbreking niet meer heb teruggezien. Temeer daar een voldoende aantal deelnemers nodig is om het aanbod te handhaven of, beter nog, uit te breiden.
Ik kan echt niet zeggen welke docent mij het meest geboeid heeft. Ik heb bij zovelen genoten dat ik niemand wil (de)klasseren. Ik zal er daarom slechts twee noemen waarbij ik waarschijnlijk de meeste lessen heb gevolgd. Op muziekgebied Joop van Velzen, die niet alleen een fenomenale repertoirekennis heeft die hij ‘con brio’ weet over te brengen. Maar er ook, na één les, in slaagt elke cursist, als een bioloog, ‘op naam’ te brengen. En dan de archeoloog/historicus Johan Hendriks, die de meest intieme details kan oprakelen uit het leven van de Romeinse Augusti (keizers).
Is hij dan tóch in een vorig leven, zoals gefluisterd wordt, lid van de Pretoriaanse Garde geweest?
Alle lof en waardering voor al deze docenten. En, zoals een opmerking in het schoolrapport van een van mijn zoons ooit luidde. “Doe zo voort!”.
Fred S.