Sterrenkunde: van donkere nachten tot donkere materie

Het Heelal is overweldigend groot in ruimte en in tijd. Hetzelfde geldt voor de geschiedenis van de sterrenkunde. Ooit was het menselijk oog het enige astronomische instrument.
Nu hebben wij reusachtige telescopen ter beschikking. Die twee gaan we verbinden, door te vragen: wanneer kwam een astronomisch verschijnsel binnen onze intellectuele horizon?

Van vroeger naar nu

Vroeger werd de sterrenkunde beheerst door mythologie, en door praktische toepassingen voor tijdmeting en navigatie. Nu is de kernvraag: hoe werkt het Heelal? De zoektocht naar antwoorden wordt voortgedreven door wiskunde, natuurkunde en instrumentatie. Door te volgen hoe een astronomisch verschijnsel in de loop der eeuwen werd begrepen, komen we bij de moderne sterrenkunde. Daarmee komt de hele natuur­wetenschap in beeld, sinds kort ook de scheikunde. Ook de wetenschappelijke aanpak – er is geen ‘methode’ – evolueerde mee. Waar vroeger de nadruk lag op het vergaren van kennis, gaat het nu vooral om het begrijpen van wat we waarnemen.

Het grootste raadsel

Vincent Icke neemt ons in acht bijeenkomsten mee van de donkere nachten in de oertijd tot de donkere materie die op dit moment het grootste raadsel is. Elk college schetst eerst de toestand in het verleden, gevolgd door de huidige stand van zaken. Dat leidt vanzelf tot enkele Grote Vragen die nog niet zijn beantwoord.